Arbeid en oncologie
De brug van kanker naar arbeid is vaak hoog en grillig. Als je geconfronteerd wordt met kanker staat je wereld op zijn kop, je moet in korte tijd beslissingen nemen over ingrijpende behandelingen. Je wordt geacht zelf de regie te nemen. Je maakt je daarbij al dan niet zorgen over je werk. Misschien denk je er gewoon even helemaal niet aan, of, als je dat wel doet, krijgt je uit je omgeving wellicht het advies het werk maar even helemaal los te laten en je te richten op je behandeling. Achteraf gezien hebben mensen daar soms spijt van.
Werk heeft immers een positief effect op de kwaliteit van leven. Door vanaf de diagnose en bij het opstellen van het behandelplan al aandacht te hebben voor werk, vergroot je de kans op een succesvolle terugkeer in het werk. Daarom is het goed dat er iemand is met kennis en kunde over de gevolgen van kanker voor het werk. Iemand die de patiënt, maar ook behandelaars en eventueel werkgevers, kan adviseren wat te doen om de kans op een succesvolle/duurzame werkhervatting te vergroten. Cobi vervult die rol als BACO. Ze ondersteunt bij het beantwoorden van de vraag: “wat kan ik er aan doen om met mijn kanker, de behandeling die ik daarvoor krijg, de gevolgen die ik ervaar en de specifieke kenmerken van het werk dat ik doe; wat kan ik er aan doen om in deze specifieke situatie de kans op een succesvolle terugkeer naar werk te optimaliseren? En dit alles met oog voor de balans in mijn leven”
De feiten
Jaarlijks worden ongeveer 120.000 mensen geconfronteerd met de diagnose kanker. Dit betreft circa 45.000 werkenden. De meeste (ex-)patiënten kunnen na behandeling weer aan het werk. Soms is het zelfs mogelijk om tijdens de behandelingen (gedeeltelijk) te blijven werken. Uit onderzoek blijkt echter, dat veel (ex-)kankerpatiënten problemen ondervinden bij de terugkeer naar -en het behoud van- werk. Een kwart raakt zijn baan kwijt.
Als arbeid vroeg in het behandeltraject van werkenden met kanker meer aandacht krijgt, als “arbeid als behandeldoel” meegewogen wordt in de behandelkeuze en het hele behandeltraject, bespoedigt dit de werkhervatting en leidt dit tot kostenreductie. Dit zal bijdragen aan de kwaliteit van leven, zelfs jaren na de afronding van de behandeling. In de kliniek is er vaak gebrek aan kennis van en aandacht voor de factor werk bij de werkende met kanker. Het streven is daarom om als BACO ook in de kliniek, dus “in de tweede lijn” te functioneren. In Nederland wordt deze inzet niet gefinancierd vanuit de zorgverzekering. Daarom is er nog maar een enkele kliniek waar daadwerkelijk een arbeidsgeneeskundige oncologie functioneert binnen het behandelteam.
Cobi Oostveen: Als BACO “in de eerste lijn” adviseer ik werkenden met kanker, werkgevers en behandelaren bij vragen en/of problemen op het gebied van behoud van werk, (arbeids)revalidatie en werkhervatting. Ik adviseer en informeer de werkende kankerpatiënt en -met diens toestemming- ook andere zorgprofessionals in de behandeling en begeleiding van deze persoon. Ik ondersteun bij het in kaart brengen van de de doelen ten aanzien van werk en zal dezen, daar waar nodig, bespreken met de behandelaar en de re-integratiebegeleiding afstemmen. Ook zal ik, in overleg met de behandelaar, de huisarts, de bedrijfsarts of andere zorgprofessionals interventies adviseren bij aanhoudende gezondheidsklachten of werkproblemen. Denk bijvoorbeeld aan aanhoudende vermoeidheid, concentratieproblemen of noodzakelijke aanpassingen in de werksituatie.
In de NVAB Richtlijn Kanker en Werk wordt toegelicht in welke situaties een verwijzing naar een BACO zinvol kan zijn. Als bedrijfsarts, maar ook als werkgever, medisch specialist, huisarts of een andere (paramedische) behandelaar is het mogelijk, bij specifieke vragen of voor een algemeen advies, werkenden met kanker naar Cobi Oostveen te verwijzen. Natuurlijk is het ook mogelijk om als werkende zelf contact met haar te zoeken.